Contacten tussen locals en reizigers mogelijk maken

Bart Rondas

Wie reist met open blik en een open hart, kan als een ander mens thuiskomen. “Als je je hart opent voor de lokale cultuur en de mensen, dan zullen die ontmoetingen je verrijken. Dan ga je vanzelfsprekend zorg dragen voor de plekken die je bezoekt, omdat je van de mensen die er wonen begint te houden.” Dat vertelt Fien Vandenheede, communicatie en content manager bij Visit Gent. Fien vertelt me over een beklijvende reiservaring met de Bouworde. In Dakar voelde ze zich warm opgenomen in de lokale gemeenschap. Hoe mooi zou het zijn als dit ook de essentie van toerisme in Gent zou zijn, vraagt ze zich af. “Daarvoor hebben we aan een nieuwe mentaliteit te werken denk ik. Reizigers hebben meer vrij in te vullen tijd nodig. Bovendien helpt het als de reisgezelschappen klein genoeg zijn, want dat vergroot de kans voor contact tussen bezoekers en Gentenaars.”

Wie individueel of in kleine groep reist, staat makkelijker open voor contact met anderen. Door geen kuddedier te zijn, te verstillen en te vertragen, schep je ruimte voor toeval, het onbekende en ontmoeting, weet Fien. “De toeristische industrie, zoals touroperators, zou hierop kunnen inspelen door in hun programma’s voor groepsreizen meer tijd te voorzien voor het onverwachte. Door niet alles op voorhand en tot op de laatste minuut organiseren. Door ruimte laten die reizigers zelf kunnen invullen.” Touroperators kunnen meer dan nu moeite doen om lokale netwerken uit te bouwen op hun bestemmingen, vertelt Fien. Dan kunnen ze hun reizigers extra kansen bieden om met de bewoners de niet platgetreden paden te ontdekken. Fien: “Ergens luilekkeren, een avontuurlijke tocht maken met lokale gidsen, een natuurpark bezoeken, en alles daartussenin.”

We nemen het graag van Fien. Want deze jonge vrouw reist om haar grenzen te verleggen, haar blik te verruimen en nieuwe ervaringen op te doen. Door open te staan leert ze de wereld kennen en zichzelf te relativeren, vertelt ze. Zoals dat ook gebeurde in de sloppenwijk van Dakar, waar ze via de Bouworde vrijwilligerswerk deed.

Toebab, de blanke

‘Toebab’ riepen de kinderen die in haar spoor liepen, toen ze enkele jaren geleden toekwam in die Senegalese sloppenwijk Pikine. Als blanke was ze een attractie op zich, herinnert ze zich. Iedereen wou haar huid aanraken. Haar eerste indrukken van de stad en sloppenwijk desoriënteerden Fien. Ze herinnert zich vooral het rode zand, de klamme hitte en de zware regendruppels op haar huid.

Meeleven met de mensen

Al gauw vond Fien haar weg op haar nieuwe plek. Door het vrijwilligerswerk kreeg ze contact met de lokale bevolking. Ze aten samen op de binnenkoer van het huis waar ze sliep. Meestal ‘Djiboudjin’, een kom waarin vis met rijst gemengd wordt. “Die geur zal me altijd bijblijven. En altijd was er muziek, energetisch, warm en opzwepend.” Ze kocht een cd en liet een kleed maken door een lokale naaister. Natuurlijk bezocht ze de bezienswaardigheden in het stadscentrum, maar contacten met mensen raken Fien dieper dan het bekijken van gebouwen.

Een transformerende avond

Op een avond was ze uitgenodigd op een lokaal feest, waarbij je in een kring zit. Fien droeg haar nieuwe handgemaakte kleed en dat ging niet onopgemerkt voorbij. Plots begon er iemand in het midden van de kring te dansen, aangemoedigd door de anderen. Dan duidt de danser een opvolger aan om zich fysiek volledig uit te leven.

Fien voelde zich een stijve westerling tussen al die beweeglijke mensen. Stilletjes hoopte ze dat ze niet zou worden uitgenodigd. Natuurlijk gebeurde dat wel en moedigden de feestvierders haar enthousiast aan om vrij te dansen. “Onbewust durfde ik mijn remmingen dan toch loslaten. In een gelukzalige euforie voelde ik me intens verbonden met de mensen rondom mij. Ik was geen vreemde blanke meer. Ik voelde me een van hen.”

Door iets te geven aan de gemeenschap en door zichzelf te geven op het feest, werd Fien opgenomen bij de lokale mensen. “Dat gevoel heb ik als een groot geschenk opgeslagen in mijn hart. Ik nam het mee naar huis.” Wat maakte dat mogelijk, vraag ik Fien. “Ik denk dat het zit in een houding. Dat ik niet zocht naar iets specifiek dat te koop of te organiseren was. Maar wel open stond voor iets dat alleen maar mogelijk werd omdat ik genoeg tijd probeerde te besteden aan ontmoeting met mensen. Eigenlijk is het zoiets als je hart openzetten voor anderen, en dan dankbaar alles aanvaarden wat komt.”

Terug naar Gent, en naar een nieuwe mentaliteit

Het Dakar-verhaal van Fien vertelt dat mensen over hun verschillen kunnen heenstappen en elkaar durven verwelkomen in hun groep. “Mocht dit de realiteit van het toerisme zijn, dan zou je in Gent nog maar moeilijk het onderscheid kunnen maken tussen een toerist en een bewoner”, zegt Fien. “Dan zou iedereen gewoon door en naast elkaar lopen in de stad. Dan zouden de verschillen er eigenlijk niet meer toe doen.”

Het kan wel, denkt Fien. “Er is een andere mentaliteit nodig. Bij onze bevolking, en ook bij reizigers. Het begint met jezelf te vragen waarom je op reis wil gaan. Kies dan een bestemming en een manier van reizen die daarbij past. Maar bon, wij moeten bezoekers aan onze stad niet zeggen hoe zij moeten reizen. Dat zou te belerend zijn. We kunnen beter zelf de boodschap uitdragen. Gewoon, door verhalen te vertellen bijvoorbeeld. Verhalen als dit. Zodat mensen misschien even stilstaan bij hun eigen keuzes en gedrag. En ja, dat geldt zowel voor reizigers, maar net zo goed voor de toeristische industrie en – waarom niet, de toeristische diensten zelf.”

Fien Vandenheede

Fien Vandenheede

° Waregem, 14 december 1983
Lic. Politieke Wetenschappen
Communicatie en content manager, Visit Gent
fien.vandenheede@stad.gent

Bart Rondas

Bart Rondas

° Brugge, 23 december 1967
MSc. Urban Growth Management
Beleidscel, Visit Gent
bart.rondas@stad.gent