Hoe geven we vandaag vorm aan het toerisme van morgen, waarin de balans tussen bewoners, bezoekers, ondernemers en de plek centraal staat? Hoe kunnen we vanuit het geloof in de positieve kracht van toerisme toewerken naar een ecosysteem dat meerwaarde biedt voor alle betrokkenen? Die vraagstukken en tal van daaraan gerelateerde ideeën kwamen uitgebreid aan bod tijdens het panelgesprek ‘Reizen naar Morgen 2.0’ op het recente netwerkmoment bij Hidrodoe. Vertrekkend vanuit de input van de workshop Reizen naar Morgen 2.0 tijdens het Reizen naar Morgen-congres in 2024, traden drie actieve netwerkleden in gesprek over de Reizen naar Morgen-visie.
Hendrik Daem (Blauwpoort, Kosmos en Blue Hill House), Peter Vermiert (be-MINE) namen deel aan de workshop en Hilde De Laet (Hidrodoe) was één van de begeleiders. Ze vertelden, elk vanuit hun eigen achtergrond en ervaring, hoe je toeristische plekken kunt creëren die niet alleen aantrekkelijk zijn, maar ook duurzaam, gedragen, inclusief en toekomstgericht. Aan de hand van verschillende stellingen wisselden ze van gedachten over waarden, processen en vooral over mensen — en hoe je hen actief betrekt bij het vormgeven van betekenisvolle plekken.
Van doelgroepen naar een gedeeld waardenkompas
Of een strikt onderscheid tussen doelgroepen nog wel nodig is, is de eerste vraag die aan bod kwam. Bezoekers zijn namelijk soms ook bewoners, net zoals ondernemers even goed bezoekers kunnen zijn. Hang niet alles af van de bril waardoor je kijkt?
Volgens Hendrik Daem is het idee van doelgroepvervaging niet nieuw, maar gebaseerd op oude modellen die wel kunnen evolueren. In zijn projecten kiest hij bewust voor een aanpak die vertrekt vanuit waarden in plaats van doelgroepen. Zo werkt hij in zijn vakantiehuis in Ibiza, Blue Hill House, met mythologische figuren als inspiratiebron, die symbool staan voor tolerantie, vrijheid en respect voor de natuur. “Bezoekers ondertekenen bij aankomst een charter met die waarden. Maar het blijft niet bij symboliek”, benadrukt Hendrik. “Respect voor de natuur betekent bijvoorbeeld concreet het vermijden van single-use plastic. Dus ook geen opblaasflamingo’s in het zwembad. Het lijkt simpel, maar het creëert echte betrokkenheid bij het welzijn van de plek.”
Ook Peter Vermiert van be-MINE gelooft niet in een strikt onderscheid tussen doelgroepen. De voormalige mijnsite is vandaag een levendige gemeenschap met een basisschool, kinderopvang, sportactiviteiten én erfgoed. Bezoekers en bewoners bewegen er samen. “Onze medewerkers geven misschien ’s ochtends rondleidingen, terwijl ze op een ander moment van de dag baantjes trekken in het zwembad.” Ondernemers op de site stemmen hun werking dan weer af op de geest van de plek. “Zo ontstaat een gedeeld beleid, dat bovendien lokaal én bovenlokaal gedragen is”, aldus Peter.
Hilde De Laet zou graag nog meer ondernemers betrekken bij Reizen naar Morgen. “Als elke ondernemer een boom plant, krijgen we samen een bos.” Peter vult aan dat de sleutel ligt bij wie durft denken op lange termijn. “Wie bij ons bij be-MINE onderneemt, koopt een stukje erfgoed. Dat vraagt engagement, maar je krijgt er ook veel voor terug.”
Checklists als startpunt, niet als einddoel
Een tweede thema dat besproken werd tijdens dit panelgesprek, is dat van een ‘Reizen naar Morgen’-checklist. Is zo'n lijst met instructies voor het creëren van toekomstbestendig en gebalanceerd toerisme in de werking van je organisatie nuttig? Of is het juist een belemmering die je creativiteit beknopt of verlammend kan werken? Hilde benadrukt dat het afvinken van taken slechts een startpunt is, geen einddoel. Bij Hidrodoe behaalden ze bijvoorbeeld het Green Key-label door gebruik te maken van zo’n checklist. “Het biedt structuur en zorgt ervoor dat we verder kijken dan de korte termijn. Maar we zien het eerder als een tussenstap en blijven openstaan voor nieuwe groeimogelijkheden.”
Peter is eerder kritisch: “Ik geloof meer in inspiratie opdoen bij gelijkgestemden dan in lijsten afvinken. Een sessie zoals vandaag betekent meer voor mij dan welk rapport dan ook. Het opent mijn ogen voor nieuwe inzichten die veel verder gaan dan wat een label kan vatten.” Hendrik knikt instemmend. “Je moet bereid zijn om buiten de gebaande paden te denken. Wij baseren onze keuzes bijvoorbeeld niet op klassieke groeimetingen. We creëren ruimte voor rust, reflectie en schoonheid. En dat werkt. Mensen komen terug en delen hun ervaringen. Onze impact zit in wat mensen voelen — niet in wat we op papier kunnen bewijzen.”
De ziel van een plek vormgeven
Een centrale vraag in het gesprek is hoe je de authenticiteit van een plek kan behouden in een wereld die in razendsnel tempo verandert? Hendrik is ervan overtuigd dat het draait om het blootleggen van de onderstroom. “Elke plek heeft een ziel. We vergeten die soms, maar als je die weer zichtbaar maakt — door verhalen, rituelen en ontwerpkeuzes — dan merk je dat bezoekers echt geraakt worden.” Hij pleit voor meer collectieve reflectie. “Ik zou graag zien dat ondernemers samenkomen in workshops, niet om cijfers of trends te bespreken, maar om cruciale vragen te stellen: wat is de betekenis van jouw plek? Waar sta je voor? Wat wil je dat mensen meenemen wanneer ze vertrekken?”
Toch spreekt hij liever over ‘kernwaarden’ dan over ‘ziel’. “Kernwaarden dwingen je om meerdere waardevolle aspecten te benoemen. ‘Ziel’ voelt vaak wat beperkter. Terwijl je met kernwaarden samen een rijker, gelaagder verhaal vertelt.”
Peter beaamt dit: “Authenticiteit ligt in het verhaal van een plek. Bij be-MINE komt dat verhaal uit het mijnverleden dat diep geworteld is in de regio. Soms is het rauw, soms emotioneel. Maar we proberen het niet te polijsten. We tonen de geschiedenis zoals ze is en bouwen van daaruit verder.”
Cocreatie vraagt tijd, maar geeft zoveel terug
Ook cocreatie komt aan bod in het panelgesprek over ‘Reizen naar Morgen 2.0’. Hoe geef je mensen een stem in de ontwikkeling van een plek? Hilde deelt een mooi voorbeeld: “Voor onze nieuwe watertuin hebben we kinderen gevraagd om hun droomtuin te tekenen. Daar zijn ideeën uitgekomen waar wij zelf noit aan gedacht zouden hebben. Cocreatie vraagt flexibiliteit van het team, maar het resultaat is iets wat leeft.”
Peter vertelt over hoe de visievorming bij be-MINE op jaarlijkse basis samen met alle stakeholders gebeurt. “We werken bottom-up. Er zijn thematische werkgroepen waarin bewoners, ondernemers en verenigingen mee de koers bepalen. Dat vraagt overleg, maar het zorgt voor gedragenheid.” “Cocreatie is iets wat je moet voelen vindt hij”, aldus Peter. “Als mensen zich mee eigenaar voelen van een plek, dan wordt de verbinding sterker. Dan krijg je geen klanten, maar bondgenoten.”
Dromen, delen en groeien
Aan het einde van de sessie rijst de vraag of de leden van het Reizen naar Morgen-netwerk meer van elkaar mogen verwachten. Hilde gelooft dat we de toekomst samen moeten aangaan en dat we daarbij echt iedereen nodig hebben. “Er is er al een mooie opkomst bij dit netwerkmoment, maar er is altijd ruimte om verder te groeien. We moeten elkaar blijven stimuleren om te ontwikkelen en nieuwe mensen aan te trekken. Vaak zijn het jonge ondernemers die met frisse ideeën durven komen.”
Hendrik voegt toe dat het delen van kennis en ervaring zijn grootste motivaties zijn om zich bij het netwerk aan te sluiten. “We werken vanuit liefde en respect voor onze plek. En het bijzondere is dat wanneer je dat doet, de rest vanzelf volgt. Er is geen verborgen agenda, geen plannen die verder gaan dan het willen delen van wat we weten. Dat is al mijn hele leven zo en dat is wat ik graag blijf doen."
Het gesprek tijdens "Reizen naar Morgen 2.0" laat ons nadenken over de toekomst van toerisme, cocreatie en de kracht van netwerken. Benieuwd naar meer inzichten? Bezoek de eventpagina voor foto's en andere artikels over het event.