De klimaatopwarming stelt ons voor heel wat uitdagingen. Patrick Meire, bioloog, professor aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van Natuurpunt Damme vertelt hoe we kunnen bijdragen aan een evenwichtig en duurzaam ecosysteem voor onze volgende generaties.
Biedt corona een uniek momentum, waarin alles kan veranderen?
Patrick Meire: “De quote van Albert Einstein vind ik zeer toepasselijk: ‘We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them’. Ik hoop dat dit een momentum is om naar die verandering in de manier van denken te gaan. Veel mensen zien nu in dat we kwetsbaar zijn. Zowel als individu, maar ook als maatschappij. Er is slechts één virus nodig om de hele maatschappij plat te leggen. Dat geeft ook aan hoe kwetsbaar ons economisch systeem is. We zijn afhankelijk van productielijnen die op één plaats gevestigd zijn en kunnen amper in onze eigen consumptie en beschermingsmiddelen voorzien. Dit moet écht de trigger zijn om na te denken over verandering.”
Zullen we écht de shift maken of gaan we toch terug naar business as usual?
Meire: “Mensen die nu zonder job zitten, willen, begrijpelijk, graag zo vlug mogelijk terug naar vroeger denk ik. Maar dat geldt misschien ook voor veel vermogenden die nu de beurzen zien crashen. Niet alleen het financiële maar ook het ideologische element zal erg belangrijk zijn denk ik. We zien nu op veel plaatsen een evolutie die niet in de richting van duurzaamheid gaat. Want de essentie van duurzaamheid is solidariteit. Solidariteit tussen mensen vandaag en solidariteit met onze toekomstige generatie. Dat wil zeggen dat we een leefbare wereld moeten achterlaten voor de komende generaties en het ongebreideld opsouperen van alle reserves en het niet terugdringen van de emissies van CO2 legt daar een zware hypotheek op. Ik hoop dat we de shift maken.”
Is het mogelijk om mensen in een bepaalde richting te triggeren?
Meire: “Ja, marketeers, gedragspychologen enzovoort weten hier vast alles over. Het is misschien een banaal voorbeeld, maar als het vandaag ‘in’ is om een kapotte jeans te dragen, terwijl dat twintig jaar geleden not done was, dan is dit een gedragspatroon dat door de media en door marketing wordt getriggerd. Als dit voor de mode kan, zou dit ook voor onze manier van leven moeten kunnen. Ook in toerisme wordt een groot deel getriggerd door invloeden van buitenaf. Als je niet op citytrip gaat tijdens het weekend, dan ben je niet ‘in’. Het is dus absoluut mogelijk om mensen in een bepaalde richting te triggeren. De hele consumptiemaatschappij is hierop gebaseerd.”
Welke rol kan de overheid hierin spelen?
Meire: “Een heel belangrijke. Hoewel ik niet graag zou evolueren naar een overheid die al mijn keuzes bepaalt, kan ze wel de krijtlijnen tekenen waarbinnen de maatschappij kan evolueren. Enerzijds door het stimuleren van positieve acties die organisaties en bedrijven kunnen ondernemen, die binnen de visie van duurzaamheid passen. Anderzijds door ontwikkelingen tegen te houden die in de tegengestelde richting gaan, door bijvoorbeeld slimme belastingsystemen in te voeren. De overheid kan dus veel doen, maar er moet wel een visie zijn. Anders komen we er niet. Ik vrees dat daar een deel van de uitdaging zit. We willen richting duurzaamheid gaan, maar wat is duurzaamheid? Daar is veel onduidelijkheid over, ook binnen de overheden. Wanneer er geen visie is, zal de overheid ook geen stimuli en anti-stimuli kunnen ontwikkelen in die richting. Ik vind het heel positief dat met Reizen naar Morgen voor toerisme een visie is ontwikkeld over waar we naartoe moeten. Dat is zeer cruciaal.”
Wat zou u ondernemers adviseren?
Meire: “Een belangrijk deel van het initiatief ligt bij ondernemers en organisaties. Want ook organisaties en vzw’s, zoals bijvoorbeeld Natuurpunt, kunnen een belangrijke rol spelen. Degene die duurzaamheid niet incorporeren in hun manier van werken, zullen verdwijnen. Honderdvijftig jaar geleden gold hetzelfde voor bedrijven die geen rekening hielden met sociale aspecten. Enkel bedrijven die er toen stap voor stap op ingezet hebben, overleefden. Hetzelfde geldt vandaag. Als je duurzaamheid niet meeneemt in je bedrijfsvoering, ga je onderuit.”
Hoe ziet dat eruit voor ondernemers in de toeristische sector?
Meire: “Het behoud van authenticiteit is bijvoorbeeld van groot belang. Ik ben zelf van Brugge afkomstig en zie nu dat de stad als het ware één grote chocoladewinkel geworden is. Dat heeft niets meer met het echte Brugge te maken. Kant was vroeger wel heel belangrijk voor de stad, maar de kantwinkels zijn gereduceerd tot één of twee. Toeristen die een paar uur naar Brugge komen, twee à drie straten aflopen en met een zak chocolade vertrekken, dat is geen duurzaam toerisme. Het product dat je aanbiedt, moet ook een link hebben met duurzaamheid. Wat is het lokale aspect? Op welke manier wordt het geproduceerd? Dat is onrechtstreekse educatie, zoals de nutriscores of calorieën op verpakkingen. Mensen gaan hierdoor veel bewuster met het product om. Het element ‘bewust worden’ is bijzonder belangrijk. Ook in toerisme. Onlangs bezocht ik een schapenboederij. Ik zag daar hoe men kaas maakt. Ontzettend boeiend. Zo word je je bewust van alles wat achter die kaas zit, die je anders gewoon in de winkel koopt. We zijn ons veel te weinig bewust van de basiselementen uit ons dagelijks leven. Toerisme kan op een aangename manier tonen hoe producten geproduceerd worden, zoals op die schapenboerderij. Achteraf kan je een stukje proeven en krijg je eventueel een bolletjes kaas mee naar huis. Dat is een aangename beleving. Ondernemers krijgen nu de kans om zulke projecten, die al traag begonnen waren, te versnellen. Ze kunnen van een randfenomeen naar een meer mainstream fenomeen gaan.”
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ecosystemen blijven functioneren?
Meire: “De plekhouder kan heel wat dingen doen. Het behouden en beheren van de biodiversiteit begint sowieso lokaal. Dat gaat van hoe men zijn (voor)tuin beheert, tot grotere landschapseenheden. Steriele grasperkjes zijn eigenlijk verschrikkelijk. Heel veel van die gazons worden besproeid, wat een ramp is voor de waterbeschikbaarheid. Ze worden ook onderhouden met mest- en sproeistoffen. Zo is er 0,0 % biodiversiteit. In Nederland zien we een grotere diversiteit aan planten in hun voortuinen. ‘Les Villes et Villages Fleuris’ in Frankrijk stimuleert bloeiende dorpen en steden. Er is dus veel mogelijk met een tuin, die trouwens 9% van onze Vlaamse oppervlakte inpakken. En als je er geen hebt, kan je een klimplant langs je gevel plaatsen of een bloembak op je vensterbank. Ook op grotere schaal kan je dingen aanpakken, waarbij het berm- en groenbeheer van de plek van belang is naast uiteraard grotere natuurgebieden. Een heleboel actoren kunnen dus een rol spelen. Van het individu over lokale overheden tot landbouw en natuurverenigingen. Zo kan Natuurpunt – waar ik zelf voorzitter van ben in Damme – hier ongelooflijk veel mee doen en kunnen overheden een hefboom zijn om bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen richting biodiversiteit te stimuleren. Het is vooral belangrijk om te beseffen dat we door meer biodiversiteit een veel aangenamere en betere leefomgeving zullen hebben.”
Moet het aanbod van activiteiten ook wijzigen?
Meire: “Een gewone, klassieke geleide wandeling kan meer belevend of verhalend worden. Mensen horen zeer graag verhalen. Je kan een verhaal vertellen over verschillende facetten van een streek. Als ik een wandeling door Damme begeleid, vertel ik dat het grootste deel van de omliggende polders vroeger zee was. Mensen vallen daarvan achterover. Dat soort verhalen maken het boeiend. Je kan ze koppelen aan wat je op dat ogenblik ziet.”
Kunnen we de inzichten uit de biologie toepassen op onze maatschappij?
Meire: “Ik zie daar heel wat mogelijkheden. Mensen beseffen niet meer dat ze een onderdeel zijn van het grote ecosysteem. Het gevoel is ontstaan dat we via technologie alles kunnen aanpassen. Dat is uiteraard onmogelijk. Maar we zijn en blijven afhankelijk van de omgeving. Dat we door de klimaatverandering andere weersomstandigheden krijgen, droogte bijvoorbeeld, kunnen we met technologie alleen niet oplossen. Ons ecosysteem is over miljoenen jaren ontwikkeld, op basis van wetten van de fysica, chemie en biologie. Die natuurwetten determineren eigenlijk ons leven. Zo zie je maar met Covid-19. Draagkracht is een basiselement van de ecologie. Wanneer in de savanne de populatie van herbivoren drastisch toeneemt, zullen die op een bepaald moment allemaal sterven omdat het voedsel op raakt. Het element ‘draagkracht’ is ook cruciaal voor onze maatschappij. Het enige wat we tot nu toe gedaan hebben, is die draagkracht proberen te verhogen door technologische ontwikkeling, ten koste van een heleboel bronnen die we daarvoor gebruiken. Wanneer de bronnen langzaam opraken, zal de draagkracht verminderen. Het is dus essentieel dat wat we doen binnen de draagkracht blijft. Een andere belangrijk principe in de biologie is de veerkracht van het systeem. In een ecologisch systeem heb je ontzettend veel links tussen verschillende soorten. Wanneer één soort wegvalt, zal het voedselweb niet in elkaar storten. Bij onze menselijke organisatie is die veelzijdigheid van links er vaak niet meer. Als er één wegvalt, stort alles in. Een beetje wat we hebben gezien met Covid-19. We kunnen dus veel uit de natuur overnemen. Maar één ding dat we zeker niet moeten overnemen, is de ‘survival of the fittest’. Dat moet het fundamenteel verschil zijn tussen onze maatschappij en die van de dieren. We moeten zorg dragen voor de zwakkeren, maar ook nadenken over hoe we als maatschappij sterker kunnen worden, maar nooit ten opzichte van andere mensen. Dat is een nuance die we moeten maken.”
Hoe kunnen overheden waken over de toeristische draagkracht?
Meire: “Toerisme is nu heel sterk geconcentreerd, zeker in steden als Brugge. We hebben mogelijkheden om aan spreiding te doen. Je kan bijvoorbeeld mensen een stimulus geven door een activiteit op een boerderij te voorzien langs een fietsroute. Zo vergroot je het toeristische landschap. Ik wil een sterk pleidooi houden om met onze overheden een hefboom te creëren voor de herwaardering van het landschap. Mensen kennen hun eigen streek eigenlijk niet, terwijl er zoveel is. Maar ze gaan pas van hun eigen streek willen genieten als die aantrekkelijk is. Door het landschap te herwaarderen, kan het fiets- en wandeltoerisme zich sterk verspreiden, waardoor je de draagkracht in verschillende regio’s vergroot. Door bijvoorbeeld meer bomen en hagen aan te planten, bermen ecologisch te beheren tot bloemenrijke linten en grotere natuurgebieden te voorzien creëer je een rijkgeschakeerd landschap waar landbouw, natuur en cultuur verweven zijn en bezorg je fietsers en wandelaars een aangenaam gevoel. Bovendien zorgt extra natuur voor meer CO2-opname. Meer hagen rond akkers houden de wind tegen, wat de uitdroging vermindert. Zo creëer je een win-win-situatie. Het wordt aangenamer om te wandelen en te fietsen én het draagt bij aan duurzaamheid. Helaas zie je niet enkel verloedering van landschappen, maar ook van dorpskernen. Terwijl het behoud ervan, de authenticiteit, juist iets is wat mensen aantrekt. We moeten dus zoeken naar stimulansen om zaken die er voor toegevoegde waarde zorgen te behouden. Dat zal het voor onszelf en andere aantrekkelijk maken om er te vertoeven.”
Welke impact heeft het coronavirus op hoe we naar reizen kijken?
Meire: “Ik durf daar geen uitspraken over doen, maar ik hoop dat duurzaamheid belangrijker zal worden. Er zijn grosso modo twee grote groepen mensen denk ik. De ene groep zijn de meerwaardezoekers in natuur en cultuur. De andere groep is meer gericht op puur amusement, het massaal gaan zonnen aan de zee bijvoorbeeld. Ik weet niet of je die kan stimuleren om ook andere dingen te doen. Maar het is wel heel belangrijk, wil je van dat massatoerisme af geraken. Er zal veel marketing nodig zijn om te tonen dat andere activiteiten ook aangenaam en waardevol kunnen zijn. Niet alleen een weekend aan zee is leuk, maar ook een weekend waarin je een grote fietstocht maakt. Niet enkel een citytrip naar Berlijn is interessant, maar ook een ‘countrytrip’ in Vlaanderen is fijn. De perceptie, de reclame en wat er in de boekjes staat, speelt een grote rol bij beslissingen in ons leven. Toerisme kan ook meer inzetten op het bewustworden van de positieve effecten van de natuur op onze gezondheid. Bijvoorbeeld: als je drie uur op strand ligt, heb je een groter risico op huidkanker. Ga je drie uur fietsen en bezoek je ons erfgoed, dan worden je lichaam en geest daar beter van. Onderzoek heeft aangetoond dat het in de natuur zijn een zeer gunstige invloed heeft op onze bloeddruk, stresshormonen enzovoort. Hopelijk gaan we bewuster reizen.”
Hoe komt het dat we de neiging hebben om onze ecosystemen te ontwrichten?
Meire: “Dat heeft in eerste instantie te maken, denk ik, met het feit dat we over veel dingen te weinig kennis hebben. Wanneer je niet weet of beseft hoe belangrijk onze ecosystemen zijn en hoe wijzelf er ook van afhankelijk zijn, dan ga je er ook geen rekening mee houden. Anderzijds geven we niet graag comfort op. Vleesconsumptie werd via de media in een slecht daglicht gesteld waardoor er nu meer mensen flexi- of vegetariër zijn, maar dat heeft eigenlijk geen invloed op je comfort. Je kan nog steeds genoeg eten én het is eens iets anders dan een klassieke biefstuk met frietjes. Je doet iets voor het milieu en het is nog een directe meerwaarde voor jezelf. Niet meer met de auto naar de bakker gaan, laat staan minder vliegen, wordt ervaren als aan comfort inboeten en dat is wat mensen niet graag doen. Er is ook geen direct merkbare link tussen onze activiteiten en de problemen die ze veroorzaken. Als simpel voorbeeld, de link tussen je auto nemen om naar de bakker te gaan en de kostprijs van je rit wordt op dat moment niet gelegd. Stel dat je eerst geld in een automaat zou moeten steken voor je kan vertrekken, dan zouden veel mensen toch twee keer nadenken en te voet of met de fiets gaan. Naast kennis en inzicht zijn dus ook de kosten en de kostprijs heel belangrijk. Daarnaast is er ook het gevoel dat je eigen impact onbelangrijk is. Wat maakt mijn gedrag nu uit? Inderdaad niets, maar wanneer zoveel miljoenen mensen datzelfde doen dan is de impact plots heel groot. Toerisme kan ons veel leren over wat intacte ecosystemen zijn en hoe we er op een goede manier kunnen mee omgaan.”
Mogen we u tot slot nog vragen wat uw meest impactvolle reiservaring is geweest?
Meire: “Vanaf het moment dat onze kinderen groter waren, gingen onze reizen richting noordelijke gebieden. Daar kan je voelen dat je tegenover de natuurkrachten niets bent. We mochten dat meerdere keren ervaren en dat heeft toch een impact op ons nagelaten. Als je in ‘the middle of nowhere’ in een klein tentje ligt, dicht bij een gigantische gletsjer die je hoort kraken, dan voel je je volledig nietig. Ook als je je tentje opzet na een trektocht in een gevaarlijke storm, voel je die nietigheid. Dat heeft een grote impact op je als mens. Je beseft dat je in dit grote ecosysteem niets betekent. Als morgen de mens op aarde verdwijnt, zal er binnen quasi 100 jaar niets meer te zien zijn van wat we gedaan hebben. De natuur zal alles overnemen. We kunnen nu wel denken dat we heel belangrijk zijn, maar in het kosmische verhaal zijn we totaal niets. Als je in een stad bent, voel je die nietigheid niet. Je voelt eerder de sterkte van de mens en de enorme technologische kracht die fenomenaal is. Maar de kosmische krachten, zoals tyfoons, orkanen en aardbevingen, kunnen al die gigantische gebouwen gewoon in één klap vernietigen.”